Tijgerogen en badruimtes
Ik zag in een vitrine een soort gedenkteken voor een kindje. Achter dat glas zag ik een zwarte kleine kat, iets groter dan een kitten. Ik bekeek hem wat dichterbij, was het een opgezette kat? Nee, hij bewoog, dus hij leefde. Even later was hij uit de vitrine en veranderde in een hele mooie bonte kat met een prachtig getekend kopje. Die veranderde weer in een tijger in het formaat van een huiskat. De tijger praattte tegen me en ik keek in zijn vreemdgevormde ogen. Die ogen waren iets symmetrisch, de linker was groter dan de rechter, wat vreemd is voor een katachtige. Die zijn meestal volmaakt symmetrisch gevormd. Terwijl ik naar de tijger luisterde en in die vreemde ogen keek schoot er ineens een bliksemflits door mijn ogen. En ik zei tegen de tijger: "Zag je dat? Dat betekent dat ik verliefd op je ben."

Even later bevond ik me in een soort badhuis. Ik wilde in bad of onder de douche, maar het leek wel of elke ruimte bezet was. Op een gegeven moment had ik eindelijk een doucheruimte gevonden voor mezelf, toen werd ik wakker.

